Spring naar inhoud

Bijlagen duurzaamheidsverslag​

Bijlagen duurzaamheidsverslag

Referentietabel

  Rapportage eis Sectie Aanvullende informatie
ESRS 2 Algemene toelichtingen    
BP-1 Algemene grondslag voor het opstellen van duurzaamheidsverklaringen Duurzaamheidsverslag - Basis en grondslagen voor deze rapportage DELA maakt geen gebruik van de optie om specifieke gevoelige informatie niet te rapporteren (5d/5e).
BP-2 Rapportage over specifieke omstandigheden Duurzaamheidsverslag - Basis en grondslagen voor deze rapportage Aanpassing van CO2 data t.o.v. voorgaande rapportage is toegelicht onder thema klimaatverandering.
GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen Duurzaamheidsverslag - Governance  
GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema’s door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming Duurzaamheidsverslag - Strategie en duurzaamheidsdoelen & Totstandkoming materiële impacts, risico’s en kansen & Management van impacts, risico's en kansen  
GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen Duurzaamheidsverslag - Governance  
GOV-4 Due-diligenceverklaring Duurzaamheidsverslag - Basis en grondslagen voor deze rapportage  
GOV-5 Risicobeheersing en interne controles voor duurzaamheidsrapportage Duurzaamheidsverslag - Basis en grondslagen voor deze rapportage  
SBM-1 Strategie, businessmodel en waardeketen: producten, markten, klanten Duurzaamheidsverslag - Strategie en duurzaamheidsdoelen  
SBM-1 Strategie, businessmodel en waardeketen: headcount werknemers per geografisch gebied Goed werkgeverschap - Medewerkerspopulatie  
SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders Duurzaamheidsverslag - Afstemming met stakeholders  
SBM-3 Materiële impacts, risico’s en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel Duurzaamheidsverslag - Materiële impacts, risico’s en kansen  
IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico’s en kansen in kaart te brengen en te analyseren Duurzaamheidsverslag - Totstandkoming materiële impacts, risico’s en kansen  
IRO-2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de duurzaamheidsverklaring van de onderneming Duurzaamheidsverslag - Basis en grondslagen voor deze rapportage & Bijlage referentietabel  
ESRS E1 Klimaatverandering    
E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie Duurzaamheidsverslag - Klimaatverandering - Klimaattransitieplan eigen bedrijfsvoering DELA heeft geen tijdshorizonten gedefinieerd voor het in kaart brengen van en analyse van fysieke risico’s in de eigen bedrijfsvoering.
Er zijn geen kritieke aannames geformuleerd over de invloed van de transitie op trends conform E1 TV 7a.
MDR-P
E1-2
Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie Duurzaamheidsverslag - Klimaatverandering - Beleid eigen bedrijfsvoering en Beleid beleggingen In 2024 heeft DELA nog geen integraal klimaatbeleid, dit wordt in 2025 vastgesteld.
MDR-A
E1-3
Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering Duurzaamheidsverslag - Klimaatverandering - Maatregelen en middelen eigen bedrijfsvoering en Maatregelen beleggingen DELA heeft geen maatregelen om te voorzien in en samen te werken bij of ondersteuning te bieden bij herstelmaatregelen voor wie schade ondervindt als gevolg van klimaatverandering.
MDR-T
E1-4
Doelen inzake klimaatmitigatie en klimaatadaptatie Duurzaamheidsverslag - Klimaatverandering - Doelen eigen bedrijfsvoering en Doelen beleggingen  
MDR-M Maatstaven voor materiële duurzaamheidsthema's Duurzaamheidsverslag - Klimaatverandering - Resultaten eigen bedrijfsvoering en Resultaten beleggingen Zie E1-5 t/m E1-9.
E1-5 Energieverbruik en energiemix Duurzaamheidsverslag - Klimaatverandering - Resultaten eigen bedrijfsvoering DELA is niet actief in een sector met een grote klimaatimpact.
E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies Duurzaamheidsverslag - Klimaatverandering - Resultaten eigen bedrijfsvoering en Resultaten beleggingen  
E1-7 Broeikasgasverwijderingen en projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits - Wij investeren en participeren niet in eigen projecten of externe initiatieven voor het verwijderen en opslaan van broeikasgassen, zoals carbon credits. Ook hebben wij geen carbon credits aangeschaft.
E1-8 Interne koolstofbeprijzing - DELA maakt geen gebruik van interne koolstofbeprijzing.
E1-9 Beoogde financiële effecten van materiële fysieke en transitierisico’s en potentiële klimaatkansen - Infasering optie wordt toegepast voor rapportage-eisen 64-70 en toepassingsvoorschriften 67-81 in lijn met ESRS 1 Bijlage C.
ESRS E5 Materiaalgebruik en circulaire economie    
MDR-P
E5-1
Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie Duurzaamheidsverslag - Duurzaam materiaalgebruik - Beleid In 2024 heeft DELA nog geen beleid op duurzaam materiaalgebruik, dit wordt in 2025 vastgesteld.
MDR-A
E5-2
Maatregelen en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie Duurzaamheidsverslag - Duurzaam materiaalgebruik - Beleid & Maatregelen en middelen  
MDR-T
E5-3
Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie Duurzaamheidsverslag - Duurzaam materiaalgebruik - Doelen  
MDR-M
E5-4
Materiaalinstromen Duurzaamheidsverslag - Duurzaam materiaalgebruik - Resultaten  
MDR-M
E5-5
Materiaaluitstromen Duurzaamheidsverslag - Duurzaam materiaalgebruik - Resultaten Materiaaluitstroom voor producten en materialen is niet materieel, daarom zijn rapportage-eisen 35-36 en toepassingsvoorschriften 26-27 niet van toepassing Daarnaast is er geen radioactief afval, op dat punt is rapportage eis 39 niet van toepassing.
E5-6 Beoogde financiële effecten van impacts, risico’s en kansen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie - Beoogde financiële effecten zijn niet materieel, omdat er geen materiële risico’s of kansen zijn geïdentificeerd.
ESRS S1 Eigen personeel    
MDR-P
S1-1
Beleid ten aanzien van eigen personeel Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Arbeidsvoorwaarden - Beleid
Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Veiligheid & gezondheid - Beleid
Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Diversiteit
In 2024 heeft DELA nog geen beleid op diversiteit, dit wordt in 2025 vastgesteld.
S1-2 Processen om met eigen werknemers en werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Afstemming met medewerkers  
S1-3 Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor eigen werknemers om zorgen kenbaar te maken Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Veiligheid & gezondheid - Maatregelen en middelen
Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Diversiteit
Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Afstemming met medewerkers
 
MDR-A
S1-4
Acteren op materiële impacts op eigen personeel, en benaderingen om wat eigen personeel betreft materiële risico’s te mitigeren en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Arbeidsvoorwaarden - Maatregelen en middelen
Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Veiligheid & gezondheid - Maatregelen en middelen
Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Diversiteit
 
MDR-T
S1-5
Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico’s en kansen Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Arbeidsvoorwaarden - Doelen Er zijn geen doelen rondom veiligheid & gezondheid en diversiteit vastgesteld.
S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Medewerkerspopulatie  
S1-7 Kenmerken van medewerkers niet in loondienst onder het eigen personeel van de onderneming - DELA kiest ervoor de gevraagde informatie in lijn met ESRS 1 bijlage C pas vanaf 2025 te gaan rapporteren.
MDR-M Maatstaven voor materiële duurzaamheidsthema's Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Resultaten  
S1-8 Cao-dekkingsgraad en sociale dialoog - DELA heeft op basis van de DMA-uitkomst vastgesteld dat er geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema zijn, en daarom is deze niet van toepassing.
S1-9 Diversiteitsmaatstaven Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Resultaten  
S1-10 Leefbare lonen - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.
S1-11 Sociale bescherming - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.
S1-12 Mensen met een beperking - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.
S1-13 Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden - Infasering optie wordt toegepast voor rapportage-eisen 81-85 en TV 77-79 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde rapportage-eisen.
S1-14 Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Resultaten In de waardeketens van DELA is geen sprake van sterfgevallen door arbeidsongevallen en beroepsziekten, daarom zijn de rapportage eisen 88 (b) en 88 (d) niet van toepassing.
S1-15 Maatstaven voor werk-privébalans - Infasering optie wordt toegepast voor rapportage-eisen 91-92 en toepassingsvoorschriften 96-97 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde rapportage-eisen.
S1-16 Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning) - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.
S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten Duurzaamheidsverslag - Goed werkgeverschap - Resultaten In de waardeketens van DELA is geen sprake van ernstige incidenten op gebied van mensenrechten zoals dwangarbeid, kinderarbeid of mensenhandel, noch is er sprake van financiële compensaties naar aanleiding van klachten, incidenten of ernstige impacts op gebied van mensenrechten, daarom zijn rapportage eisen 103 (c) en 104 niet van toepassing.
ESRS S4 Consumenten en eindgebruikers    
ESRS S4 Persoonlijke dienstverlening    
MDR-P
S4-1
Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers Duurzaamheidsverslag - Persoonlijke dienstverlening - Beleid  
S4-2 Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen over impacts Duurzaamheidsverslag - Afstemming met stakeholders
Duurzaamheidsverslag - Persoonlijke dienstverlening - Afstemming met klanten
Duurzaamheidsverslag - Persoonlijke dienstverlening - Luisterend oor en klachtenafhandeling
 
S4-3 Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor consumenten en eindgebruikers om zorgen kenbaar te maken - Betreft een positieve impact.
MDR-A
S4-4
Acteren op materiële impacts op consumenten en/of eindgebruikers en benaderingen om met betrekking tot consumenten en eindgebruikers materiële risico’s te beheersen en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen Duurzaamheidsverslag - Persoonlijke dienstverlening - Maatregelen en middelen  
MDR-T
S4-5
Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico’s en kansen Duurzaamheidsverslag - Persoonlijke dienstverlening - Doelen  
MDR-M Maatstaven voor materiële duurzaamheidsthema's - Er zijn geen maatstaven rondom persoonlijke dienstverlening vastgesteld.
ESRS S4 Privacy    
MDR-P
S4-1
Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers Duurzaamheidsverslag - Privacy - Beleid  
S4-2 Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen over impacts Duurzaamheidsverslag - Afstemming met stakeholders
Duurzaamheidsverslag - Privacy - Maatregelen & middelen
 
S4-3 Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor consumenten en eindgebruikers om zorgen kenbaar te maken Duurzaamheidsverslag - Privacy - Melden en opvolgen datalekken  
MDR-A
S4-4
Acteren op materiële impacts op consumenten en/of eindgebruikers en benaderingen om met betrekking tot consumenten en eindgebruikers materiële risico’s te beheersen en materiële kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen Duurzaamheidsverslag - Privacy - Maatregelen & middelen  
MDR-T
S4-5
Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico’s en kansen - Er zijn geen doelen rondom privacy(schending) vastgesteld.
MDR-M Maatstaven voor materiële duurzaamheidsthema's - Er zijn geen maatstaven rondom privacy(schending) vastgesteld.
ESRS G1 Zakelijk gedrag    
MDR-P
G1-1
Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur Duurzaamheidsverslag - Zakelijk gedrag - Beleid  
MDR-A Maatregelen en middelen wat betreft materiële duurzaamheidsthema's Duurzaamheidsverslag - Zakelijk gedrag - Maatregelen  
MDR-M Maatstaven voor materiële duurzaamheidsthema's - DELA heeft geen maatstaven op de materiële impacts van het thema zakelijk gedrag.
MDR-T Effectiviteit van beleid en maatregelen monitoren aan de hand van doelen - DELA heeft geen specifieke en meetbare doelen op de materiële impacts van het thema zakelijk gedrag.
G1-2 Beheer van relaties met leveranciers - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.
G1-3 Preventie en opsporing van corruptie of omkoping - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.
G1-4 Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.
G1-5 Politieke invloed en lobbyactiviteiten - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.
G1-6 Betalingspraktijken - Er zijn geen materiële impacts, risico's of kansen op dit subthema, daarom is deze niet van toepassing.

Grondslagen kwantitatieve data

De te rapporteren maatstaven zijn afkomstig uit onze informatiesystemen en van leveranciers en andere bronnen. Deze gegevens zijn verzameld, beoordeeld op plausibiliteit en geconsolideerd door onze afdeling Reporting & Control. De lijnverantwoordelijken hebben de uitkomsten gereviewd.

In deze bijlage staat een overzicht van de definities voor onze duurzaamheidsmaatstaven, inclusief details over de gebruikte gegevens en schattingen.

Klimaatverandering – eigen bedrijfsvoering

E1-5 – Energieverbruik en energiemix
Energieverbruik
Energieverbruik omvat het totale verbruik van energie van DELA Groep gemeten in MWh. De grondslag voor consolidatie volgt uit de gekozen approach binnen het GHG protocol. Dit is nader omschreven onder E1-6. Het energieverbruik volgt uit de eigen activiteiten en wordt bepaald op basis van het werkelijke verbruik van brandstoffen en energie dat is ingekocht bij externe bedrijven en van de eigen duurzaam opgewekte stroom. Onderstaand is de aansluiting op bronnen en bedrijfsactiviteiten per deelpost ander toegelicht. 

Totaal verbruik fossiele energie
Dit omvat de totale energie verbruikt uit fossiele bronnen. Gerelateerd aan GHG scope 1 emissies omvat dit het gebruik van aardgas en stookolie van gebouwen en crematieovens, het gebruik van benzine, diesel en CNG van vervoer in eigen beheer. Gerelateerd aan GHG scope 2 emissies omvat dit het gebruik van elektriciteit van vervoer in eigen beheer. De gemeten hoeveelheden worden op basis van erkende kengetallen (www.co2emissiefactoren.nl) omgerekend naar energetische inhoud (MWh). 

De grondslag voor het gebruik van aardgas in Nederland en België is gemeten hoeveelheden via de erkende meetdienst. Voor Nederland wordt gebruik gemaakt van de gemeten data december 2023 tot en met november 2024. Voor België wordt gebruik gemaakt van de gemeten data volgens periode van de energieleverancier, die geëxtrapoleerd is naar een jaarverbruik op basis van aantal dagen. Voor Duitsland is een schatting gemaakt van het aardgasgebruik, op basis van het verbruik uit het vorige jaar. Het verbruik van stookolie in België betreft een gemeten hoeveelheid van brandstof zoals opgenomen op de facturen van bijvullingen. Het verbruik van stadswarmte in Nederland is bepaald op basis van de gemeten waarden op de facturen van de energieleverancier voor de periode januari tot en met oktober 2024, aangevuld met schattingen op basis van graaddagen voor de maanden november en december.

De grondslag voor het gebruik van brandstoffen is gemeten hoeveelheden door de brandstofleverancier middels tankpassen. Voor Nederland en Duitsland is gebruik gemaakt van de gemeten periode oktober 2023 tot en met september 2024. Voor België is gebruik gemaakt van de gemeten periode november 2023 tot en met oktober 2024.

Verbruik uit nucleaire bronnen
DELA maakt geen gebruik van nucleaire bronnen.

Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen
DELA maakt geen gebruik van brandstof uit hernieuwbare bronnen incl. biomassa, biobrandstof, biogas of waterstof uit hernieuwbare bronnen.

Verbruik ingekochte/verworven elektriciteit, warmte, stoom, koeling uit hernieuwbare bronnen
Dit omvat de inkoop van groene elektriciteit, met Garantie van Oorsprong, ten behoeven van gebouwen en ovens in Nederland en België. De grondslag is gemeten hoeveelheden via de erkende meetdienst. Voor Nederland wordt gebruik gemaakt van de gemeten data december 2023 tot en met november 2024. Voor België en Duitsland wordt gebruik gemaakt van de gemeten data volgens periode van de energieleverancier, die geëxtrapoleerd is naar een jaarverbruik op basis van aantal dagen.

Verbruik zelfopgewekte hernieuwbare energie
Dit omvat de hernieuwbare energie die door middel van zonnepaneelsystemen opgewekt is op eigen gebouwen in Nederland en België. In Nederland is de grondslag gemeten hoeveelheden. In België betreft het een schatting op basis van bekend geïnstalleerd vermogen (kWpiek) op basis van 850 zonuren op jaarbasis.

E1-6 – Bruto broeikasgasemissies
Broeikasgasemissie
Broeikasgasemissies worden in dit verslag weergegeven in verschillende doelen en maatstaven. De berekening van broeikasgasemissies is opgesteld in lijn met het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) – Corporate Standard en de Scope 3 Value Chain Accounting Reporting Standard. Dit protocol beschrijft een internationaal erkende stapsgewijze aanpak om de emissies van broeikasgasemissies, ook wel CO2-voetafdruk genoemd, te berekenen. DELA hanteert de ‘operational control approach’ uit het protocol, dat wil zeggen dat de CO2-uitstoot van entiteiten waarover DELA operationeel zeggenschap heeft meegeconsolideerd worden. Dit betekent dat de consolidatie voor E1-6 en E1-5 afwijkt van de rest van het duurzaamheidsverslag, maar in lijn is met ESRS E1 paragraaf 21. Het energiegebruik en de CO2-uitstoot van Crematorium La grande suisse, Begraafplaatsen & crematorium Almere B.V. en Uitvaartcentrum Zwolle B.V. worden niet meegeconsolideerd omdat DELA wel 50% eigenaar is, maar over deze entiteiten geen operationele zeggenschap heeft.

De CO2-uitstoot is berekend op basis van data afkomstig uit veel verschillende bronnen. Zowel de aangeleverde data als de berekening zijn beoordeeld op plausibiliteit.

De uitstoot wordt uitgedrukt in tonnen van CO2-equivalenten en omvat daarom verschillende broeikasgassen. Voor de inventarisatie van de CO2-uitstoot van DELA over het jaar 2024 zijn de emissiefactoren vanuit vijf bronnen gehanteerd: www.co2emissiefactoren.nl, www.co2emissiefactoren.be, de EcoInvent database, DEFRA en CE Delft. De gemeten uitstoot is niet gevalideerd door externe instanties in het kader van ISO14064. 

Bij het stellen van doelen rondom broeikasgasreductie, wordt de vergelijking gemaakt met de nulmeting van broeikasgasemissies, welke dateert naar 2021. De doelen zijn in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs.

Scope 1-emissie
Dit omvat de totale directe emissies ten gevolge van verbranding van fossiele brandstoffen (zoals aangeduid onder E1-5 totaalgebruik fossiele energie gerelateerd aan GHG scope 1-emissies), aangevuld met het gebruik van koudemiddelen in gebouwen en installaties. DELA heeft geen deelname in gereglementeerde emissiehandelsystemen (EU ETS). De grondslag voor de meerderheid van scope 1-emissies zijn omschreven bij E1-5. De grondslag voor de emissies ten gevolge van koudemiddelen zijn bepaald op basis van gemeten waarden van bijvullingen.

Scope 2-emissie
Dit omvat de totale indirecte emissies ten gevolge van inkoop van elektriciteit en stadswarmte (zoals aangeduid onder E1-5 Totaal verbruik fossiele energie gerelateerd aan GHG scope 2-emissies, Verbruik ingekochte/verworven elektriciteit, warmte, stoom, koeling uit hernieuwbare bronnen en Verbruik zelfopgewekte hernieuwbare energie). Bruto locatiegebaseerde scope 2 emissies zijn de emissies (tCO2e) op basis van locatiegebaseerde conversiefactoren, oftewel landspecifieke gemiddelden. Bruto marktgebaseerde scope 2 emissies zijn de emissies (tCO2e) van op basis van marktgebaseerde conversiefactoren, oftewel op basis van de daadwerkelijke inkoopcontracten met leveranciers die DELA afgesloten heeft. DELA hanteert voor eigen berekeningen de marktgebaseerde methode. De grondslag voor scope 2-emissies zijn omschreven bij E1-5.

Scope 3-emissie
Scope 3-emissie betreft de indirecte broeikasgasemissie van de upstream- en downstream waardeketen, conform de Scope 3 Value Chain Accounting Reporting Standard van het GHG protocol. Er is een emission screening uitgevoerd voor de scope 3 emissiecategoriën, die in onderstaande tabel wordt weergegeven. Voor de bepaling van materialiteit is gebruik gemaakt van de criteria in het GHG protocol betreft relevantie, significantie en invloed (tabel 6.1 uit de standaard).

Scope 3 categorie Overweging Conclusie
     
1. Ingekochte goederen en diensten Is materieel op basis van onze uitgaven Inbegrepen
2. Kapitaalgoederen Meegenomen in scope 3.1  Uitgesloten
3. Brandstof- en energiegerelateerde emissies upstream (scope 1 en 2) Is materieel op basis van energiegebruik Inbegrepen
4. Upstream transport en logistiek DELA verwerkt zelf geen producten dus niet van toepassing. Voor Gekochte goederen en diensten (scope 3.1) wordt transport en distributie integraal meegenomen. Uitgesloten
5. Afvalmanagement Is materieel voor DELA Inbegrepen
6. Zakelijk reizen Is materieel voor DELA Inbegrepen
7. Woon-werkverkeer Is materieel voor DELA Inbegrepen
8. Gehuurde assets Energiegebruik huurlocaties is opgenomen in scope 1 en 2 Uitgesloten
9. Downstream transport en logistiek DELA verkoopt geen producten dus niet van toepassing Uitgesloten
10. Productie van verkochte producten DELA verkoopt geen producten dus niet van toepassing Uitgesloten
11. Gebruik van verkochte producten DELA verkoopt geen producten dus niet van toepassing Uitgesloten
12. Verwerking van verkochte producten DELA verkoopt geen producten dus niet van toepassing Uitgesloten
13. Downstream gehuurde assets Geen locaties die verhuurd worden met energiegebruik dat niet is meegenomen in scope 1 en 2 Uitgesloten
14. Franchises Geen franchises Uitgesloten
15. Investeringen Materieel vanuit beleggingsportefeuille Inbegrepen

De nadruk van de scope 3 CO2-uitstoot ligt in de waardeketen uitvaart, vooral in de vorm van ingekochte goederen en diensten. Wij hanteren de volgende demarcatie van de operationele grens in scope 3.1 inkoop van goederen en diensten, conform de operational control approach van het GHG protocol.

Waardeketen Activiteiten en producten In / out scope
     
Uitvaartlocatie Crematie
Laatste verzorging v.d. overledene
Afscheidsdienst
Koffietafel / rouwmaaltijd
In scope: alle producten en diensten op DELA locaties (voor DELA uitvaarten en niet-DELA uitvaarten). Diensten op externe locaties met significant energiegebruik, zoals crematies (scope 1, 2 CO2-uitstoot van de leverancier).
Out of scope: overige producten/ diensten op externe locaties (scope 3 CO2-uitstoot van de leverancier.
Uitvaart organisatie – DELA Kist
Rouwbloemen
Rouwdrukwerk
Staatsievervoer (ceremoniewagen)
In scope: alle producten/diensten in deze categorieën die door DELA tbv de uitvaart georganiseerd zijn.
Out of scope: alle producten/diensten in deze categorieën die niet door DELA georganiseerd zijn, zoals rouwbloemen die door nabestaanden of bezoekers zelf besteld zijn.
Uitvaart organisatie - overig Grafsteen
Bezoekersvervoer
Overige producten en diensten
In scope: n.v.t.
Out of scope: alle producten en diensten die niet door DELA worden voorzien, maar door nabestaanden of bezoekers van de uitvaart

Hieronder wordt per categorie inzicht gegeven in de aard van de categorie en de grondslag en datakwaliteit van de berekening.

  • 3.1 Ingekochte goederen en diensten; het betreft ingekochte producten: uitvaartkisten, diverse stromen papier, horeca, rouwbloemen, bedrijfskleding, laptops en overige IT producten. En ingekochte diensten: crematies op externe locaties, staatsievervoer en overbrengvervoer in Nederland. Gemodelleerd op basis van gemeten hoeveelheden en milieuprofielen op basis van LCA methodiek. Waar gemeten data niet beschikbaar was, is gebruik gemaakt van extrapolatie op basis van spend of fte.
  • 3.3 Brandstof- en energiegerelateerde emissies upstream (scope 1 en 2); betreft de well-to-tank (WTT) emissies van gebruikte energie en brandstoffen. Gemodelleerd op basis van de gemeten hoeveelheden uit scope 1 en 2.
  • 3.5 Afvalmanagement; betreft het afgevoerde afval. De grondslag is de rapportage van de Nederlandse afvalverwerker voor gemeten hoeveelheden en emissiefactoren. De data voor België is geschat op basis van meetresultaten van een leverancier en de kosten voor afvalverwerking.
  • 3.6 Zakelijk reizen; dit omvat repatriëring van overledenen, vliegvervoer en zakelijke reizen gemaakt met het openbaar vervoer of privé-wagen. De grondslag zijn registraties van vliegreizen en gemiddelde emissiefactoren voor vliegkilometers, registratie van openbaar vervoer afstanden en emissies van de NS en gedeclareerde kilometers gereden met privé-wagens met gemiddelde emissiefactoren voor wegkilometers.
  • 3.7 Woon-werkverkeer; dit betreft het woon-werkverkeer van de eigen medewerkers. De grondslag voor Nederland betreft een enquête onder medewerkers voor bepaling van de reisafstand in combinatie met het vervoerstype, waarvoor de uitstoot bepaald is met gemiddelde emissiefactoren. De grondslag voor België betreft een registratie van reisafstand en vervoersmiddel woon-werkverkeer door medewerkers met gemiddelde emissiefactoren.
  • 3.15 Investeringen; de rekenmethodiek voor deze categorie wijkt af van de overige scope 3 emissies en staat daarom separaat omschreven onder grondslagen Klimaatverandering – beleggen.

De berekening voor CO2-uitstoot in scope 3 is gecontroleerd door een externe adviseur (scope 3.1 t/m 3.7). De berekening voor CO2-uitstoot in scope 3.15 is opgesteld door een externe adviseur. Voorzichtigheidshalve rapporteren wij dit jaar dat het percentage emissies in scope 3 dat is berekend op basis van primaire data 0% bedraagt. Wij richten ons erop om dit aandeel komend jaar te vergroten. 

Klimaatverandering – beleggen

E1-6 – Bruto broeikasgasemissies
Ook voor het bepalen van de CO2-uitstoot van beleggen wordt het GHG-protocol gevolgd en voor de scope 3 CO2 -uitstoot de Corporate Value Chain (scope) Accounting and Reporting Standard van het GHG-protocol. Volgens deze standaard, par 5.5, geldt voor investeringen waarover geen operational control gevoerd wordt, dat de scope 1 en 2 emissies van het bedrijf waarin geïnvesteerd wordt, meegenomen moeten worden als scope 3.15 emissie van DELA.

Het meten van de CO2-uitstoot geeft per beleggingscategorie verschillende uitdagingen. Een externe partij ondersteunt ons in het bepalen van de totale CO2-emissies. Zowel de externe specialist die ons helpt met uitsluitingen en CO2-uitstootmeting als de engagementspecialist beschikken over ISAE 3402 type II verklaringen.

In principe wordt er zoveel als mogelijk gewerkt met data volgens de PCAF-methodiek. PCAF is een initiatief van de financiële sector en is uitgegroeid tot marktstandaard die richtlijnen biedt voor consistente en vergelijkbare beoordeling en berekening van gefinancierde emissies in de financiële sector.

Aandelen en vastrentende waarden
Onze externe dienstverlener bepaalt met behulp van onze aangeleverde portefeuille de CO2-uitstoot van de beursgenoteerde beleggingen. Zij maken hiervoor gebruik van een derde externe dataprovider. Deze heeft een dekking van meer dan 95% als het gaat om de CO2-data binnen de beursgenoteerde beleggingsportefeuille.

Voor beursgenoteerde bedrijven is de data veelal beschikbaar (>95%). Zij hanteren veelal de gestandaardiseerde methodiek van het internationaal erkende GHG-protocol voor bedrijven om de uitstoot te rapporteren en is de data relatief stabiel. De datahiërarchie en transparantie over datakwaliteit helpen om op een verantwoorde manier om te gaan met overgebleven databeperkingen en helpen in de transitie naar hogere betrouwbaarheid van de data. Wij maken hier gebruik van de standaardmethodiek van de externe dataprovider.

Niet-beursgenoteerd
Voor alle niet-beurgenoteerde beleggingen en fondsen hebben wij bij de betreffende vermogensbeheerders rapportages opgevraagd, waar de data-dekking sinds 2019 gestegen is. De data-dekking van de niet-beursgenoteerde portefeuille in 2019 was 43%, waar dat in 2024 86% is. Op dit moment is het redelijk standaard dat bedrijven in ieder geval op scope 1 en 2 rapporteren. Door onder andere standaarden als GRESB en toenemende wet- en regelgeving worden fondsen aangespoord om te rapporteren over hun emissies. Met de komst van de SFDR en de bijbehorende PAI- statements is de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van CO2-data van beleggingen toegenomen. 

Historische data
De kwaliteit en beschikbaarheid van historische data is beperkt, deze data hebben wij op basis van ‘best effort’ bepaald.

De totale gerapporteerde CO2-uitstoot van de investeringen is gebaseerd op de beschikbare data (91,6% van de portefeuille) en een schatting van de resterende data (8,4% van de portefeuille).

Duurzaam materiaalgebruik

Onder materiaalgebruik verstaan wij het gebruik en verbruik van de ingekochte producten ten behoeve van de dienstverlening van DELA aan nabestaanden en gasten. Dit is gelijk aan de materiaalinstromen. 

E5-4 – Materiaalinstromen
Materiaalinstromen
Onder materiaalinstromen verstaan wij de producten die de onderneming gebruikt en verbruikt bij de eigen activiteiten van de onderneming, waarbij wij enkel de materiële productstromen presenteren. Wij meten de materiaalinstromen in totaalgewicht (kg) per materiële materiaalinstroom met inbegrip van verpakking. Daarnaast presenteren wij het percentage van de biologische materialen (d.w.z. materialen van natuurlijke oorsprong) dat duurzaam is ingekocht ten opzichte van de totale inkoop van biologische materialen, uitgesplitst per materiële materiaalinstroom. Hierbij doen wij de aanname dat het verpakkingsmateriaal niet-biologisch is.

Voor de maatstaven met betrekking tot de materiële materiaalinstromen geldt het volgende:

Uitvaartkisten
De meeste uitvaartkisten zijn gemaakt van hout. Hout is een biologisch materiaal net als materialen zoals wilgentenen, rotan en mycelium. Uitvaartkisten kunnen ook van niet-biologisch materialen zijn (bijvoorbeeld zink). Wij leveren uitvaartkisten inclusief binnenbekleding en handgrepen en die kunnen ook uit diverse biologische en niet-biologische materialen bestaan.

Onder duurzame inkoop van uitvaartkisten verstaan wij producten die geleverd zijn door een leverancier die als onderneming aantoonbaar FSC (of vergelijkbaar) gecertificeerd is. Wij gaan dus uit van een zogenaamde ‘chain of custody’ certificering. In 2024 bevat het percentage duurzaam ingekocht hout enkel de FSC chain of custody certificering. Er is geen materiaalinstroom van uitvaartkisten met een andere, vergelijkbare certificering (zoals bijvoorbeeld PEFC).  

Het algehele totaalgewicht (kg) en het percentage duurzaam ingekochte biologische materialen baseren wij op data die zijn verstrekt en gevalideerd door leveranciers. De leveranciers maken gebruik van meetresultaten (aantallen), productspecificaties (gewichten en duurzaamheidscertificering) en schattingen van het verpakkingsmateriaal. Deze data beoordelen wij op plausibiliteit. Voor de deelnemingen die organisatorisch niet zijn ingebed in de DELA organisatie maken wij een schatting op basis van het aantal uitvaarten. De data hebben een mate van onzekerheid, doordat exacte gewichten van verpakking niet bekend zijn. Wij doen de aanname dat het geschatte gewicht aan uitvaartkisten niet duurzaam ingekocht zijn.

Papier
Papier is een biologisch materiaal. Ons papiergebruik omvat rouwdrukwerk, printpapier voor kantoor en uitvaartlocaties en producten die leveranciers voor ons printen, zoals het ledenmagazine De Kroniek. Ook valt hieronder het papiergebruik voor polissen, jaaroverzichten en andere communicatie met onze verzekerden.

Onder duurzame inkoop van papier verstaan wij producten die geleverd zijn door een leverancier die als onderneming aantoonbaar FSC gecertificeerd is. Wij gaan dus uit van een zogenaamde ‘chain of custody’ certificering.

Het algehele totaalgewicht (kg) en het percentage duurzaam ingekochte biologische materialen baseren wij op data die is verstrekt en gevalideerd door leveranciers. De leveranciers maken gebruik van meetresultaten (aantallen), productspecificaties (gewichten en duurzaamheidscertificering) en schattingen van het verpakkingsmateriaal. Deze data beoordelen wij op plausibiliteit. Er zijn ook materiaalinstromen aan papier waarvoor geen data van leveranciers beschikbaar is. Dit betreft het papiergebruik in Duitsland, in België (met uitzondering van de drie grootste leveranciers) en Nederland (specifiek voor één leverancier van handelsdrukwerk). Hiervoor maken wij een schatting op basis van een representatieve gemeten papierstroom gerelateerd aan de uitgaven. De schatting van papiergebruik in Duitsland baseren wij op ingekochte aantallen in combinatie met een geschat gewicht per papiersoort. Voor de deelnemingen die organisatorisch niet zijn ingebed in de DELA organisatie maken wij een schatting op basis van een representatieve gemeten papierstroom gerelateerd aan het aantal uitvaarten. De data hebben een mate van onzekerheid, doordat exacte gewichten niet bekend zijn. Wij doen de aanname dat het geschatte gewicht aan papier niet duurzaam ingekocht is. 

Bedrijfskleding
Onze bedrijfskleding bestaat uit kleding voor locatiemedewerkers en uitvaartverzorgers. De kleding is vervaardigd uit biologische materialen (katoen, wol en leer) en niet-biologische materialen (bijvoorbeeld textiel van polyester of polyamide). 

Duurzaamheidscertificeringen zijn verbonden aan het type stof (textiel) dat is gebruikt om de kledingstukken te vervaardigen, niet aan een kledingstuk als geheel. De certificaten kunnen betrekking hebben op duurzame herkomst van virgin materialen of aantoonbaar gebruik van materialen met recyclet content. Onder duurzame inkoop van textiel verstaan wij stoffen waarvoor aantoonbaar een geldig duurzaamheidscertificaat beschikbaar is. Wij hanteren geen limitatieve lijst van duurzaamheidscertificaten. In 2024 presenteren wij RWS wol (Responsible Wool Standard) en GRS polyamide (Global Recycled Standard) als duurzaam ingekocht textiel. Hiervan is enkel RWS wol een biologisch materiaal. 

Algehele totaalgewicht (kg) en het percentage duurzaam ingekochte biologische materialen baseren wij op data die is verstrekt en gevalideerd door onze leverancier. Onze leverancier maakt gebruik van meetresultaten (aantallen), productspecificaties (indicatieve gewichten, productsamenstelling en duurzaamheidscertificering) en schattingen van het verpakkingsmateriaal. Deze data beoordelen wij op plausibiliteit. De data hebben een mate van onzekerheid, doordat exacte gewichten niet bekend zijn en de leverancier als onderneming geen ‘chain of custody’ certificering kent.

Rouwboeketten/rouwstukken
Wij kopen rouwboeketten/rouwstukken in voor de uitvaarten die DELA verzorgt. Nabestaanden en gasten kopen veruit de meeste bloemen voor een uitvaart zelf, zonder tussenkomst van DELA. Deze bloemen maken geen deel uit van onze gerapporteerde materiaalinstromen. 

Rouwboeketten/rouwstukken variëren in grootte, soorten bloemen en samenstelling en zijn al dan niet voorzien van steekschuim, kransen, lint of kleine vaasjes. Rouwboeketten/rouwstukken bestaan uit biologische materialen (bloemen, takken, eventueel de krans) en niet-biologische materialen (overig). De niet-biologische materialen zijn relatief zwaar ten opzichte van de biologische materialen. 

Wij doen de aanname dat wij rouwboeketten/rouwstukken onverpakt en niet voorzien van een duurzaamheidscertificering inkopen. Er zijn geen meetresultaten van gewicht of samenstelling beschikbaar. Voor het algehele totaalgewicht (kg) maken wij een schatting op basis van de gewichten van een selectie van bestaande boeketten. Voor België is ook het aantal rouwboeketten/rouwstukken niet beschikbaar en maken wij een schatting op basis van het aantal boeketten per uitvaart in Nederland (gemeten bij een crematorium in Nederland en een uitvaartcentrum in België). De data hebben een mate van onzekerheid, doordat exacte gewichten, samenstelling, verpakking, certificering en het gemiddeld aantal boeketten per uitvaart niet bekend zijn.

E5-5 – Materiaaluitstromen
Afval
Onder materiaaluitstromen verstaan wij het afval dat wij produceren binnen de eigen bedrijfsvoering. Wij meten de afvalstromen in totaalgewicht (kg). De samenstelling van ons afval is als volgt:

  • Afval dat wordt omgeleid van verwijdering is afval dat een nieuwe bestemming krijgt. Dit betreft enkel niet-gevaarlijk afval, uitgesplitst in soort toepassing:
    • Recycling: betreft (edel)metalen die achterblijven in de crematie-as (bijvoorbeeld protheses) en overig afval dat wij scheiden op diverse kantoor en uitvaartlocaties. Dit omvat vertrouwelijk papier, plastic, drinkkartons, glas, swill, GFT en batterijen.
    • Voorbereiding voor hergebruik is niet van toepassing;
    • Andere nuttige toepassingen: betreft restafval dat gebruikt wordt om door middel van verbranding energie op te wekken.
  • Afval dat wordt toegeleid naar verwijdering, uitgesplitst in gevaarlijk afval en niet-gevaarlijk afval en in soort verwerking:
    • Verbranding van gevaarlijk afval: betreft medisch afval van de laatste verzorging van overledenen;
    • Storten is niet van toepassing;
    • Andere vormen van verwijdering van gevaarlijk afval: betreft vliegassen uit filterinstallaties van crematoria. Vliegassen voeren wij af in drums en die worden opgeslagen op daarvoor bestemde locaties. Dit is vereist, omdat vliegas potentieel verontreinigd is met kwik en lood;
    • Andere vormen van verwijdering van niet-gevaarlijk afval: betreft residuen van afvalstromen na verwerking door onze leveranciers. 

Het percentage niet-gerecyclede afval berekenen wij op basis van de totale hoeveelheid aan gevaarlijk en niet gevaarlijk afval dat niet wordt gerecycled.

Algehele totaalgewicht (kg), uitgesplitst naar de verschillende afvalstromen, baseren wij op data die zijn verstrekt en gevalideerd door onze leveranciers (afvalverwerkers). Deze leveranciers maken gebruik van meetresultaten (gewicht). Deze data beoordelen wij op plausibiliteit. 

Voor afvalstromen of specifieke afvallocaties waarvoor geen meetresultaten van afvalverwerkers beschikbaar zijn, maken wij een schatting. Wij schatten de hoeveelheid gevaarlijk afval als volgt in:

  • Medisch afval voor België op basis van de meetresultaten voor medisch afval in Nederland, gecorrigeerd voor het aantal uitvaarten;
  • Vliegassen voor Nederland en België op basis van de gemiddelde netto inhoud van een vat vliegas en het gemiddeld aantal crematies per vat.

Wij schatten de hoeveelheid niet gevaarlijk afval als volgt in, waarbij wij de aanname doen dat wij geen afval scheiden:

  • Restafval voor een beperkt aantal afvallocaties in Nederland op basis van referentielocaties. Dit betreft afvalverwerking door (relatief kleine) leveranciers waar wij geen meetresultaten van hebben;
  • Restafval in België op basis van meetresultaten van een leverancier en de kosten voor afvalverwerking;
  • Restafval in Duitsland op basis van geschatte afval per medewerker;
  • Restafval van deelnemingen (plus medisch afval) op basis van de meetresultaten van afval in Nederland, gecorrigeerd voor het aantal uitvaarten. 

De data hebben een mate van onzekerheid, doordat exacte gewichten en de exacte samenstelling van ons afval deels niet bekend zijn.

Persoonlijke dienstverlening

S4-5 – Doelen
NPS
Externe bedrijven (Expoints voor Nederland, Medallia voor België en Assekurata voor Duitsland) nemen klantteveredenheidsenquêtes af bij onze klanten gedurende het gehele jaar naar aanleiding van een contact (in Nederland en België) of eenmaal per jaar (Duitsland). Een groot deel van de klanten wordt door de bovengenoemde bedrijven verzocht om een klanttevredenheidsenquête in te vullen. Het soort enquête is gebaseerd op het type contact dat met de klant heeft plaatsgevonden. De betrouwbaarheid van Expoints en de geleverde data wordt onder andere gewaarborgd door middel van verschillende verwerkingsovereenkomsten, leveringsovereenkomsten en een Service Level Agreement. Daarnaast beschikken zij over een ISO 9001, ISO 27001, NEN 7510 en FSQS-NL certificering die bijdragen aan de betrouwbaarheid. Medallia levert de software die de dataverzameling voorziet. Zij beschikken over een ISO 27001, ISO 27017, ISO 27018, ISO 27701 en SOC 2 Type 2 certificering, waarmee wij zekerheid krijgen in de informatiebeveiliging. Assekurata beschikt over een ISO 9001 certificering, waarmee wij meer zekerheid krijgen in de informatiebeveiliging. Intern vindt op de door deze leveranciers aangeleverde data geen formele controle plaats.

De klanttevredenheid wordt gemeten middels de Net Promoter Score (later: NPS). Hieruit blijkt de mate waarin klanten DELA aan anderen aanraden. De score wordt berekend door het percentage promotors te verminderen met het percentage criticasters. Op basis van het aantal respondenten wordt de data geconsolideerd door afdeling Reporting & Control.

Goed werkgeverschap

S1-5 – Doelen
eNPS
De medewerkerstevredenheid wordt gemeten middels de Employee Net Promoter Score (later: eNPS). Hieruit blijkt de mate waarin medewerkers DELA aan anderen aanraden als werkgever. De score wordt bepaald door het percentage promotors te verminderen met het percentage criticasters. Voor de vergelijking van de resultaten van het gehele medewerkerstevredenheidsonderzoek met voorgaande jaren wordt de methodologie en vraagstelling zoveel mogelijk gelijk gehouden. De toetsing wordt uitgevoerd door een externe leverancier, Effectory, met welke DELA een dienstenniveau overeenkomst heeft. Effectory beschikt over een ISO 27001, ISO 27701 ISAE 3000, SOC Type 2 en SOC 3 certificering, waarmee wij zekerheid krijgen in de informatiebeveiliging en de betrouwbaarheid van de uitkomsten. 

De medewerkerstevredenheid wordt gemeten onder de volgende groepen medewerkers:

  • Nederland: de meeste medewerkers in loondienst plus de externen van afdeling IT (m.u.v. de medewerkers van uitbestede diensten). Uitgezonderd zijn oproepkrachten, medewerkers die na 1 oktober in dienst treden, medewerkers die in oktober uit dienst treden, medewerkers met een juridisch traject, VSO of vrijgesteld zijn van werk, stagiairs en medewerkers met een BAS-code of aankondiging hiervan, m.u.v. de medewerkers die een BAS-code krijgen nadat ze 60 jaar of ouder waren en blijven werken.
  • België: medewerkers met een vaste arbeidsovereenkomst in loondienst. Uitgezonderd zijn medewerkers die langdurig ziek zijn (langer dan zes maanden), medewerkers die uit dienst (gaan) treden en gelegenheidsmedewerkers.
  • Duitsland: alle medewerkers in loondienst.

Een groot deel van de groep medewerkers in loondienst wordt bevraagd en de respons is hoog (in 2024 81,7% in Nederland, 80,2% in België en 83,1% in Duitsland).

S1-6 – Kenmerken van de werknemers in loondienst
Werknemers in loondienst
De gerapporteerde aantallen betreffen de medewerkers in loondienst exclusief stagiairs en externe medewerkers per einde van de rapportageperiode. Eén voltijdse equivalent staat gelijk aan een werknemer die 40 uur per werk in dienst is van DELA. Oproepkrachten worden meegenomen voor 0 voltijdse equivalenten, omdat deze contractueel geen werkuren hebben.

De data is voor het overgrote deel afkomstig uit de personeelsadministratie van DELA. Voor deelnemingen en joint ventures waarvan het personeel niet wordt geadministreerd in onze systemen, hebben wij de data opgevraagd bij de betreffende organisatie en beoordeeld op plausibiliteit. De data is geconsolideerd door afdeling Reporting & Control. De data is niet gevalideerd door een externe instantie. 

Personeelsverloop
Het personeelsverloop is berekend door het aantal medewerkers dat uit dienst is gegaan in de rapportageperiode te delen door het gemiddelde aantal medewerkers in de rapportageperiode. Het gemiddelde betreft het gemiddelde van het aantal medewerkers op het einde van voorgaande rapportageperiode en het aantal medewerkers van de huidige rapportageperiode. De data is voor het overgrote deel afkomstig uit de personeelsadministratie van DELA. Voor deelnemingen en joint ventures waarvan het personeel niet wordt geadministreerd in onze systemen, hebben wij de data opgevraagd bij de betreffende organisatie en beoordeeld op plausibiliteit. De data is geconsolideerd door afdeling Reporting & Control. De data is niet gevalideerd door een externe instantie.

S1-9 – Diversiteitmaatstaven
Genderverdeling hoger management
Onder het hoger management vallen directeuren van DELA Nederland, DELA België en DELA Duitsland en leidinggevenden met een salarisschaal HAY 18 of hoger. De data is afkomstig uit de personeelsadministratie van DELA. De data is niet gevalideerd door externe instanties.

Leeftijdsverdeling
De data is voor het overgrote deel afkomstig uit de personeelsadministratie van DELA. Wij hanteren de leeftijd ultimo jaareinde. Voor deelnemingen en joint ventures waarvan het personeel niet wordt geadministreerd in onze systemen, hebben wij de data opgevraagd bij de betreffende organisatie en beoordeeld op plausibiliteit. De data is geconsolideerd door afdeling Reporting & Control. De data is niet gevalideerd door een externe instantie.

S1-14 – Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven
Arbeidsongevallen
Wij hebben een arbeidsongeval gedefinieerd als een incident van een medewerker met verzuim tot gevolg. Incidenten worden door de bedrijfsuitvoerende afdelingen in de administratie ingevoerd en deze registratie wordt door de arbodienst gecheckt. De data is voor het overgrote deel afkomstig uit de personeelsadministratie van DELA. Voor deelnemingen en joint ventures waarvan het personeel niet wordt geadministreerd in onze systemen, hebben wij de data opgevraagd bij de betreffende organisatie en beoordeeld op plausibiliteit. De data is geconsolideerd door afdeling Reporting & Control. De data is niet gevalideerd door een externe instantie.

Om te berekenen hoeveel arbeidsongevallen er per miljoen gewerkte uren zijn, is het aantal uren ingeschat op basis van de gerapporteerde voltijds equivalenten. Hierbij staat één voltijds equivalent gelijk aan 40 werkuren in een week en 48 weken per jaar.

Verzuim
De standaard maatstaf vraagt om rapportering van het aantal dagen verzuim door letsel en overlijden als gevolg van arbeidsongevallen, beroepsziekten en sterfgevallen door beroepsziekte. Omdat beroepsziekten en sterfgevallen in onze branches niet gebruikelijk zijn, vinden wij dit geen materieel datapunt. Vanwege de materiële impacts op veiligheid en gezondheid, met name de werk/privé-balans en het fysiek en mentaal belastende werk, rapporteren wij het verzuim als gevolg van ziekte, privéomstandigheden en andere oorzaken als bedrijfsspecifiek datapunt. Wij zijn van mening dat dit relevante informatie voor met name onze medewerkers is.

Het verzuim van vaste medewerkers, met uitzondering van stagiairs en oproepkrachten, wordt door de leidinggevende van een verzuimende medewerker geregistreerd. De gerapporteerde data is dan ook afkomstig uit de personeelsadministratie van DELA. Het verzuimpercentage is berekend door het aantal verzuimuren te delen door het aantal werkzame uren. De data is niet geconsolideerd omdat er als gevolg van lokale wet- en regelgeving afwijkingen zijn in de definities. Zo gaat in Nederland een medewerker na 2 jaar verzuim uit dienst, terwijl in België verzuimende medewerkers in dienst dienen te blijven. Voor deelnemingen en joint ventures waarvan het personeel niet wordt geadministreerd in onze systemen, hebben wij ter controle de verzuimcijfers opgevraagd bij de betreffende organisatie. Er zijn slechts een beperkt aantal medewerkers (< 100 personen) werkzaam voor deze organisaties en de betreffende verzuimpercentages vertonen gemiddeld genomen geen grote afwijkingen van de gerapporteerde cijfers. De data is niet gevalideerd door een externe instantie.

De gerapporteerde informatie is vergelijkbaar met hetgeen wij in voorgaande jaren hebben gerapporteerd en met de wijze waarop andere bedrijven dit rapporteren.

S1-17 – Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten
Aantal incidenten van discriminatie
Medewerkers kunnen op zeer veel verschillende manieren melding maken, bijvoorbeeld bij hun leidinggevende, een andere leidinggevende, HR Business Partners, directieleden, vertrouwenspersonen (intern en extern) het interne meldpunt misstanden en in België anoniem via de whistleblower software. Er is geen centrale registratie van deze meldingen en ook niet alle situaties worden door de medewerker of de aanhoorder van de melding als incident gezien. Volgens de definitie in Annex II van de ESRS is een incident “een via een formeel proces bij de onderneming of bevoegde autoriteiten geregistreerde juridische actie of klacht, of een geval van niet-naleving dat door de onderneming is geïdentificeerd via vastgestelde procedures.” Wij kiezen ervoor om het aantal incidenten te rapporteren dat bij de HR directeuren bekend is, omdat de gehanteerde definitie op ‘zware’ issues lijkt te duiden. Om de lezer van het jaarverslag wel de juiste context mee te geven, kiezen wij ervoor om het aantal meldingen bij onze vertrouwenspersonen wat gerelateerd lijkt te zijn aan discriminatie ook nog te rapporteren.

Aantal klachten
Net zoals bij het aantal incidenten van discriminatie, hanteert niet iedereen dezelfde definitie wat een klacht is om zorgen aan de orde stellen. Daarnaast geldt ook voor klachten dat medewerkers deze op veel verschillende manieren kunnen melden en er geen centrale registratie van deze meldingen is. Het is daarom niet mogelijk om het aantal klachten volledig en juist te rapporteren. Wij kiezen ervoor om het aantal klachten te rapporteren wat bij de HR directeuren bekend is, omdat de gehanteerde definitie op ‘zware’ issues lijkt te duiden. Om de lezer van het jaarverslag wel de juiste context mee te geven, kiezen wij ervoor om het aantal meldingen bij onze vertrouwenspersonen (met uitzondering van degene die al onder incidenten van discriminatie zijn gemeld) ook nog te rapporteren.

Medewerkerspopulatie

Het totaal aantal medewerkers (exclusief oproepkrachten) per ultimo 2024, uitgesplitst naar voltijd- en deeltijdmedewerkers, gender en land:

  man non-binair vrouw totaal
         
Nederland        
Voltijd 264 0 136 400
Deeltijd 404 1 1.628 2.033
Totaal 668 1 1.764 2.433
         
België        
Voltijd 177 0 225 402
Deeltijd 11 0 48 59
Totaal 188 0 273 461
         
Duitsland        
Voltijd 27 0 23 50
Deeltijd 1 0 6 7
Totaal 28 0 29 57
         
Totaal        
Voltijd 468 0 384 852
Deeltijd 416 1 1.682 2.099
Totaal 884 1 2.066 2.951

Het totaal aantal medewerkers (inclusief oproepkrachten) per ultimo 2024, uitgesplitst naar gender, dienstverband en land:

  man non-binair vrouw totaal
         
Nederland        
Vast 657 1 1.746 2.404
Tijdelijk 12 0 18 29
Oproep 50 0 163 213
Totaal Nederland 718 1 1.927 2.646
         
België        
Vast 180 0 269 449
Tijdelijk 8 0 4 12
Oproep 369 0 149 518
Totaal België 557 0 422 979
         
Duitsland        
Vast 27 0 27 54
Tijdelijk 1 0 2 3
Oproep 0 0 0 0
Totaal Duitsland 28 0 29 57
         
Totaal        
Vast 864 1 2.042 2.907
Tijdelijk 21 0 24 44
Oproep 419 0 312 731
Totaal 1.303 1 2.378 3.682

Het totaal aantal medewerkers (inclusief oproepkrachten) per ultimo 2024, uitgesplitst naar gender en leeftijd:

  man non-binair vrouw totaal
         
< 30 jaar 143 1 333 476
30 < 50 jaar 632 0 943 1.575
>= 50 jaar 528 0 1.102 1.631
Totaal 1.303 1 2.378 3.682

EU Taxonomie

Uitsplitsing van de teller van de KPI per milieudoelstelling
             
Op de taxonomie afgestemde activiteiten - Op voorwaarde van een positieve beoordeling voor “geen ernstige afbreuk doen aan” en sociale waarborgen:
(1) Klimaatmitigatie   Relatief Absoluut waarvan transitieondersteunend: Relatief Absoluut
Op omzet gebaseerd 2,73% 219,52 Op omzet gebaseerd 0,02% 1,73
Op kapitaaluitgaven gebaseerd 1,19% 95,57 Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,04% 3,56
           
      waarvan faciliterend:    
      Op omzet gebaseerd 0,22% 17,92
      Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,36% 28,92
(2) Klimaatadaptie   Relatief Absoluut waarvan transitieondersteunend: Relatief Absoluut
Op omzet gebaseerd 0,02% 1,62 Op omzet gebaseerd 0,00% 0,00
Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,02% 1,53 Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
           
      waarvan faciliterend:    
      Op omzet gebaseerd 0,00% 0,06
      Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
(3) Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen   Relatief Absoluut waarvan transitieondersteunend: Relatief Absoluut
Op omzet gebaseerd 0,01% 0,65 Op omzet gebaseerd 0,00% 0,00
Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,01% 1,14 Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
           
      waarvan faciliterend:    
      Op omzet gebaseerd 0,00% 0,01
      Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
(4) Transitie naar een circulaire economie   Relatief Absoluut waarvan transitieondersteunend: Relatief Absoluut
Op omzet gebaseerd 0,01% 0,60 Op omzet gebaseerd 0,00% 0,00
Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,18 Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
           
      waarvan faciliterend:    
      Op omzet gebaseerd 0,01% 0,44
      Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,15
(5) Preventie en bestrijding van verontreiniging   Relatief Absoluut waarvan transitieondersteunend: Relatief Absoluut
Op omzet gebaseerd 0,00% 0,04 Op omzet gebaseerd 0,00% 0,00
Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,06 Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
           
      waarvan faciliterend:    
      Op omzet gebaseerd 0,00% 0,00
      Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
(6) Bescherming en herstel biodiversiteit en ecosystemen   Relatief Absoluut waarvan transitieondersteunend: Relatief Absoluut
Op omzet gebaseerd 0,00% 0,00 Op omzet gebaseerd 0,00% 0,00
Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00 Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
           
      waarvan faciliterend:    
      Op omzet gebaseerd 0,00% 0,00
      Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,00% 0,00
(7) Totaal   Relatief Absoluut waarvan transitieondersteunend: Relatief Absoluut
Op omzet gebaseerd 2,77% 222,43 Op omzet gebaseerd 0,02% 1,73
Op kapitaaluitgaven gebaseerd 1,23% 98,48 Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,04% 3,56
           
      waarvan faciliterend:    
      Op omzet gebaseerd 0,23% 18,42
      Op kapitaaluitgaven gebaseerd 0,36% 29,07
Activiteiten in verband met kernenergie  
   
DELA verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus. Ja
DELA verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. Ja
DELA verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan. Ja
   
Activiteiten in verband met fossiel gas  
   
DELA verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. Ja
DELA verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Ja
DELA verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Ja
Economische activiteit CCM + CCA Mitigatie van klimaatverandering
(-CCM)
Adaptie van klimaatverandering
(-CCA)
Bedragen x € 1.000.000 Bedrag % Bedrag % Bedrag %
             
Bedrag en aandeel in onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus, zoals bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën,, zoals bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, zoals bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,78 0,01% 0,78 0,01% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 tot en met 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 220,36 2,74% 218,74 2,72% 1,62 0,02%
Totaal toepasselijke KPI 221,14 2,75% 219,52 2,73% 1,62 0,02%
Economische activiteit CCM + CCA Mitigatie van klimaatverandering
(-CCM)
Adaptie van klimaatverandering
(-CCA)
Bedragen x € 1.000.000 Bedrag % Bedrag % Bedrag %
             
Bedrag en aandeel in onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus, zoals bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën,, zoals bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,11 0,00% 0,11 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, zoals bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,63 0,01% 0,63 0,01% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,01 0,00% 0,01 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 tot en met 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 96,34 1,20% 94,81 1,18% 1,53 0,02%
Totaal toepasselijke KPI 97,10 1,21% 95,57 1,19% 1,53 0,02%
Economische activiteit CCM + CCA Mitigatie van klimaatverandering
(-CCM)
Adaptie van klimaatverandering
(-CCA)
Bedragen x € 1.000.000 Bedrag % Bedrag % Bedrag %
             
Bedrag en aandeel in onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus, zoals bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën,, zoals bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, zoals bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,78 0,35% 0,78 0,35% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 tot en met 6 hierboven in de teller van de toepasselijke KPI 220,36 99,65% 218,74 99,64% 1,62 100,00%
Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke kernprestatie-indicatoren 221,14 100,00% 219,52 100,00% 1,62 100,00%
Economische activiteit CCM + CCA Mitigatie van klimaatverandering
(-CCM)
Adaptie van klimaatverandering
(-CCA)
Bedragen x € 1.000.000 Bedrag % Bedrag % Bedrag %
             
Bedrag en aandeel in onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus, zoals bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën,, zoals bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,11 0,12% 0,11 0,12% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, zoals bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,63 0,65% 0,63 0,66% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,01 0,02% 0,01 0,02% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel van andere op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 tot en met 6 hierboven in de teller van de toepasselijke KPI 96,34 99,22% 94,81 99,21% 1,53 100,00%
Totaal bedrag en aandeel van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de teller van de toepasselijke kernprestatie-indicatoren 97,10 100,00% 95,57 100,00% 1,53 100,00%
Economische activiteit CCM + CCA Mitigatie van klimaatverandering
(-CCM)
Adaptie van klimaatverandering
(-CCA)
Bedragen x € 1.000.000 Bedrag % Bedrag % Bedrag %
             
Bedrag en aandeel in onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus, zoals bedoeld in afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën,, zoals bedoeld in afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, zoals bedoeld in afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,01 0,00% 0,01 0,00% 0,01 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 1,49 0,02% 0,74 0,01% 0,74 0,01%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,28 0,00% 0,14 0,00% 0,14 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,02 0,00% 0,01 0,00% 0,01 0,00%
Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 tot en met 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 35,29 0,44% 20,42 0,25% 14,87 0,18%
Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI 37,09 0,46% 21,33 0,27% 15,77 0,20%
Economische activiteit CCM + CCA Mitigatie van klimaatverandering
(-CCM)
Adaptie van klimaatverandering
(-CCA)
Bedragen x € 1.000.000 Bedrag % Bedrag % Bedrag %
             
Bedrag en aandeel in onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus, zoals bedoeld in afdeling 4,26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën,, zoals bedoeld in afdeling 4,27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI 0,00 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, zoals bedoeld in afdeling 4,28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,01 0,00% 0,00 0,00% 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4,29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI 0,89 0,01% 0,44 0,01% 0,44 0,01%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4,30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI 0,11 0,00% 0,05 0,00% 0,05 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, zoals bedoeld in afdeling 4,31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de teller van de toepasselijke KPI 0,03 0,00% 0,02 0,00% 0,02 0,00%
Bedrag en aandeel van andere voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 tot en met 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 68,65 0,85% 35,48 0,44% 33,17 0,41%
Totaal bedrag en aandeel van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar niet op de taxonomie afgestemde economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI 69,69 0,87% 36,00 0,45% 33,69 0,42%
Economische activiteit    
Bedragen x € 1.000.000 Bedrag %
     
Bedrag en aandeel in onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus overeenkomstig afdeling 4.26 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel van de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën, overeenkomstig afdeling 4.27 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel van de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan overeenkomstig afdeling 4.28 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen overeenkomstig afdeling 4.29 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen, overeenkomstig afdeling 4.30 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel in de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen overeenkomstig afdeling 4.31 van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 in de noemer van de toepasselijke KPI 0,00 0,00%
Bedrag en aandeel van andere niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten die niet zijn genoemd in de rijen 1 tot en met 6 hierboven in de noemer van de toepasselijke KPI 7.612,65 94,71%
Totaal bedrag en aandeel van niet voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten in de noemer van de toepasselijke KPI 7.612,65 94,71%

Versie: v8.2.35

Software voor digital-first corporate reporting

Creëer op efficiënte wijze publicaties die impact maken

Met iwink.report maak je publicaties op een eenvoudige en efficiënte manier. Je bespaart tijd, fouten en stress. Vanuit één plek publiceer je naar een volwaardige webversie, PDF en iXBRL-bestand. Zo geef je lezers de best mogelijke ervaring.

Meer over iwink.report