Begrippenlijst
Begrippenlijst
Hier vindt u een toelichting op de gebruikte begrippen en afkortingen.
AVG
Algemene verordening gegevensbescherming
Beleggingsmix
De beleggingsmix is de verdeling van het vermogen over aandelen, onroerend goed, vastrentende waarden, infrastructuur en liquide middelen. De assetmix wordt bepaald op basis van de ALM-studie en vastgelegd in het beleggingsbeleid.
B.V.
Besloten vennootschap
CEO
Chief executive officer
CFRO
Chief financial and risk officer
CTO
Chief transformation officer
CO2-voetafdruk
Een CO2-voetafdruk is de totale uitstoot van broeikasgassen die wordt veroorzaakt door een organisatie, uitgedrukt in CO2-equivalenten. Teveel broeikasgas in de atmosfeer veroorzaakt klimaatverandering. Een CO2-voetafdruk geeft aan in welke mate een organisatie impact heeft op klimaatverandering. Een CO2-voetafdruk wordt opgedeeld in Scope 1, 2 en 3. Scope 1 en 2 CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van fossiele brandstoffen en het gebruik van elektriciteit. Hierop heeft een bedrijf direct invloed. Scope 3 is de indirecte CO2-uitstoot die eerder en later in de waardeketen plaatsvindt.
CPBW
Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk
CSDDD
Corporate Sustainability Due Diligence Directive. De CSDDD verplicht bedrijven om grondig onderzoek te doen naar de impact op mensenrechten en het milieu in hun hele waardeketen, zowel upstream als downstream.
CSRD
Corporate Sustainability Reporting Directive. De CSRD schrijft voor dat ondernemingenuitgebreider rapporteren over duurzaamheidsinformatie en daarbij de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) moeten hanteren. Ook moet de accountant beperkte mate van zekerheid geven over deze duurzaamheidsinformatie.
DECAVI
DECAVI (B) biedt diensten voor de verzekeringssector (makelaars, verzekeraars, actuarissen). Naast het organiseren van evenementen in de sector en de publicatie van marktstudies, reikt DECAVI sinds 2000 de verzekeringstrofeeën uit.
DNB
De Nederlandsche Bank
DORA
Digital Operations Resilience Act. DORA is een Europese verordening met als doel dat financiële organisaties hun IT-risico’s beter gaan beheersen en daarmee weerbaarder worden tegen cyberdreigingen.
DUP
DELA UitvaartPlan (natura uitvaartverzekering)
eNPS
De eNPS (employer Net Promotor Score) toont de mate waarin medewerkers coöperatie DELA aan anderen aanraden als werkgever. De score wordt bepaald door het percentage promotors minus het percentage criticasters.
ESG
Environment/milieu, social/sociaal en governance/zakelijk gedrag.
ESRS
European Sustainability Reporting Standards. De rapportagestandaarden die horen bij de CSRD.
FSC
Forest Stewardship Council. Dit is een internationale organisatie die zich inzet voor het behoud van bossen en verantwoord bosbeheer wereldwijd.
Geamortiseerde kostprijs
Het bedrag waarvoor financiële activa of verplichtingen bij eerste verwerking worden gewaardeerd minus aflossingen, plus of minus de cumulatieve afschrijving. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de effectieve-rentemethode voor het verschil tussen het oorspronkelijke bedrag en het bedrag op de vervaldatum. De effectieve rentevoet is het percentage dat ervoor zorgt dat de discontering van de verwachte kasstromen gelijk is aan de initiële waardering van de vordering of de schuld.
GHG-protocol
Greenhouse Gas protocol. Een internationaal erkende standaard die gebruikt wordt om de CO2-voetafdruk te meten.
GreenLeave
GreenLeave is een consortium van uitvaartondernemers in Nederland. Deze uitvaartondernemers willen op een praktische manier invulling geven aan duurzaamheid waar het gaat om de keuzes en vormgeving van de uitvaart. Dit doen zij op basis van vijf kernprincipes, een aanbod van producten en diensten op onderdelen van de uitvaart en het bundelen van krachten met leveranciers. We verwijzen voor meer informatie naar www.greenleave.nu.
GRESB
De Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB) is een onafhankelijke, wetenschappelijke benchmark die het duurzaamheidbeleid van vastgoedfondsen en -portefeuilles wereldwijd beoordeelt. Op basis van de GRESB- score kunnen fondsmanagers hun duurzaamheidbeleid tegen het licht houden en verbeteringen doorvoeren, zie https://gresb.com/
GVO
Garantie van oorsprong
Intercompany positie
Openstaande financiële positie tussen verschillende entiteiten van een groep.
Materialiteitsanalyse
Met een materialiteitsanalyse identificeert een bedrijf de thema's die relevant (materieel) zijn voor het bedrijf. De CSRD vraagt om een dubbele materialiteitsanalyse waarbij financiële materialiteit (hoe duurzaamheidsthema's een bedrijf beïnvloeden (outside-in)) en impact materialiteit (hoe een bedrijf impact maakt op mens en milieu (inside-out)) gecombineerd worden. Over de materiële thema's dient gerapporteerd te worden in het jaarverslag.
MVO
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
N.V.
Naamloze Vennootschap
Netto-aanwas
Het verschil tussen het aantal nieuwe polissen en het aantal beëindigde polissen.
NPS
NPS staat voor Net Promotor Score. In enquêtes wordt klanten gevraagd in welke mate zij een bepaald bedrijf, product of dienst aan anderen zouden aanbevelen. Zij kunnen die vraag ‘scoren’ met een cijfer van 0 tot 10. De groep respondenten die het cijfer 0 tot 6 geeft, wordt als “detractor” bestempeld. De groep die een 9 of 10 geeft wordt gekwalificeerd als ‘promotor’ en de rest (scores 7 en 8) als ‘passief neutraal’. Door het percentage promotors te verminderen met het percentage detractors ontstaat de NPS. Blijkt uit het onderzoek bijvoorbeeld dat 30 procent van de respondenten ‘promotors’ zijn en 20 procent detractors, dan bedraagt de NPS +10.
OR
Ondernemingsraad
ORSA
Onder Solvency II is een verzekeraar verplicht om een ORSA (Own Risk and Solvency Assessment) uit te voeren. Een ORSA is een jaarlijkse beoordeling die de verzekeraar moet (laten) verrichten van de toezichthouder om vast te stellen of dat alle financiële risico’s die mogelijk spelen of kunnen gaan spelen in kaart zijn gebracht en/of er mitigerende maatregelen zijn genomen om een eventueel risico te minimaliseren om aan de verzekeringsverplichtingen in de toekomst te kunnen blijven voldoen.
Premie-inkomen
Premie-inkomen is het totaal aan premies dat DELA ontvangt van de verzekerden voor de producten die zij afnemen.
Pulsescore
Meting van de gevoelswaarde van een bedrijf gebaseerd op de waardering, het goede gevoel, het vertrouwen en de bewondering die stakeholders voor een bedrijf voelen.
RCSA
Risk Control Self Assessments. Het in kaart brengen van alle mogelijke substantiële risico’s die het realiseren van de doelstellingen en de continuïteit van de onderneming in gevaar kunnen brengen. Het doel is om na deze vaststelling mitigerende maatregelen te nemen.
Risicobereidheid
De risicobereidheid van een organisatie geeft uitdrukking aan de aard en omvang van de risico’s die een organisatie bereid is aan te gaan bij het realiseren van haar bedrijfsdoelstellingen.
RWS
Responsible Wool Standard is een keurmerk opgezet door Textile Exchange, een wereldwijde non-profit die positieve impact op het klimaat en de natuur wil bewerkstelligen in de mode- en textielindustrie. Als een product RWS-gecertificeerd is moeten alle partijen in de keten RWS-gecertificeerd zijn: van schapenhouders tot aan de kledingproducent.
Rvc
Raad van commissarissen
SA
Société anonyme (naamloze vennootschap)
Solvabiliteitsratio
Een solvabiliteitsratio geeft aan in hoeverre een bedrijf in staat is om zijn financiële verplichtingen na te komen. Onder Solvency II wordt dit kengetal berekend door het aanwezige kapitaal te delen door het vereiste kapitaal. Hierbij wordt rekening gehouden met de daadwerkelijke risico’s.
Solvency II
Europese regelgeving over solvabiliteitseisen voor (her)verzekeraars. Met Solvency II wordt beoogd om een interne Europese markt voor verzekeringsdiensten te bevorderen en voldoende consumentenbescherming te bieden. Uitgangspunt is een op het economische risicogebaseerde benadering, waarbij alle activa en passiva op marktwaarde gewaardeerd worden. Daarnaast is het uitgangspunt de koppeling tussen de solvabiliteitseisen en het risicoprofiel van verzekeraars.
Solvency II is de naam voor de wettelijke voorschriften die aan de verzekeraars worden opgelegd door de toezichthouder. Deze regels hebben betrekking op:
- Kwantitatieve eisen voor kapitaalbuffers en de waarderingsgrondslagen. Eisen aan inrichting risicomanagement en governance.
- Uitvoeren van een ORSA (Own Risk Solvency Assessment).
- Opstellen van een rapportage (SFCR) en het publiceren van deze rapportage in het kader van transparantie.
Waardevast
Inflatiebestendig
Waardecreatiemodel (WCM)
Het waardecreatiemodel geeft weer van welke middelen (zowel financieel, als ook bijvoorbeeld grondstoffen en mensen) een onderneming gebruikmaakt (input), hoe de organisatie die omzet in producten en diensten (output) – feitelijk het bedrijfsmodel – en welke waarde dat toevoegt of vernietigt voor stakeholders en de samenleving als geheel (outcome) op de korte én lange termijn.
WFT
Wet financieel toezicht
Wta
Wet toezicht accountantsorganisaties